Ze is midden twintig. Ze voelt zich angstig, heeft geen vertrouwen meer, geen energie. Nu zit ze hier voor mij; “Ik ben in paniek. Ik durf niemand meer te vertrouwen. Ik ben niet meer wie ik ben. Ik ben mezelf volledig kwijt. Ik voel me leeg, doof, afgestompt. Ik wil dit zo niet voelen. Dit is niet wie ik ben. Ik wil iets anders”.
Tweeënveertig jaar is ze, een sprankelende jonge vrouw, gediagnosticeerd met MS (mutiple sclerose, een zenuwaandoening waarbij geleidelijk lichaamsfuncties uitvallen). Is het waar, vraag ik. Is het waar dat je lichaam je daadwerkelijk in de steek laat?
“Ja, zo voelt het wel”, zegt ze. “Mijn linker arm doet het niet meer zoals ik zou willen, mijn zicht aan één oog wordt steeds minder en ik ben heel erg moe”.
Jouw lijf werkt perfect. Het laat je voelen wat goed is voor jou, en wat niet. Het reageert direct op wat er in je hoofd omgaat en laat je voelen wat de effecten daarvan zijn. Voor je hoofd maakt het niet uit of de gedachte waar is of niet. Die maakt geen onderscheid tussen werkelijkheid of fictie. Hoe ga jij je voelen wanneer je iedere dag jezelf vertelt dat je door moet gaan met je werk terwijl je eigenlijk iets anders wilt? Vanuit je overtuiging, jouw waarheid, dat er geen andere mogelijkheid is. Maar hoe waar is dat? En welke prijs betaal je daarvoor? Jouw lijf heeft het totale plaatje, daar waar je hoofd een beperkt overzicht heeft. Ze laat je voelen wat werkelijk goed is voor jou, en wat schadelijk is.
De tranen staan in haar ogen. Ze wil antwoorden op mijn vraag waarvoor ze komt, maar ze kan het niet verwoorden. Alleen de gedachte al dat ze het uit moet spreken. De last op haar schouders, de pijn, zo heftig dat alleen haar tranen nog kunnen spreken. “We gaan het anders doen”, zeg ik. “Als je het goed vindt gaan we dit gesprek starten via jouw gevoel…”
“Ik wil contact blijven maken met dat vlammetje”, zegt ze met tranen in haar ogen. “Dat vlammetje is mijn houvast. Het is de verbinding met het leven om mij heen. Als ik dat vlammetje maar kan voelen, dan voel ik mij goed….”
Wanneer je een grens trekt ten opzichte van de ander. Dan is die grens niet gericht tégen de ander. Die grens is er vóór jou. Wat je eigenlijk zegt is: dit is mijn ruimte. Door een grens te trekken creëer je ook de mogelijkheid dat iemand die grens over kan gaan. Immers als er geen grens zou zijn, kan iemand deze ook niet passeren. Jouw lijf laat je voelen wanneer jouw grens overschreden wordt. Door bijvoorbeeld een benauwd en beklemmend gevoel.
Wat wil je later worden? Alsof je iets moet wórden om iets te zijn… Je bént al, vanaf het moment dat je geboren werd. Een overtuiging die er langzaam aan is ingeslopen: als je nu maar je best doet, dan kan je later iets zijn. “Gelukkig” bijvoorbeeld. Met andere woorden; het geluk is niet hier, maar daar. Ergens op een plek in de toekomst. Als je maar hard genoeg werkt en goed genoeg zoekt. Dan…
Ben jij speler in jouw leven? Of ben je geleidelijk aan toeschouwer geworden, of heb je (on-)bewust de rol van scheidsrechter of commentator ingenomen?
Het komt maar al te vaak voor dat mensen een rol hebben ingenomen waarmee ze zichzelf buiten spel hebben geplaatst. Buiten de lijnen van het speelveld: de rol van toeschouwer, van commentator. De plek waar je het niet fout kunt doen.
“Ik wil meer balans in mijn leven! Meer balans tussen werk en privé… Als ik nou weet welke richting ik op kan gaan… Als ik nou helderheid heb… ”
De balans in jouw leven, waar is dat afhankelijk van? Gaat dat over een balans die gericht is op de situaties buiten jou? Of over een balans ín jou?
“Ik word soms gek van die onrust. Ik begrijp het gewoon niet. Ik kan echt gefrustreerd raken door de kleinste dingen. Op de meest onbenullige momenten krijg ik dan hartkloppingen of druk op de borst. Word dan boos en onredelijk naar de mensen om me heen. Ik wil weten waar het vandaan komt. Wat ik moet doen…”
“Hij is 32 jaar. Goede baan, vrouw, twee kinderen van 5 en 7 jaar. Hij heeft alles wat hij maar zou wensen en toch… Toch voelt er iets niet goed. Er is sprake van een continue onrust. Onlangs heeft hij zijn voet gebroken waardoor hij nog meer onrust is gaan voelen. Hij wil meer vrijheid. Hij is bijna letterlijk nu met handen en voeten gebonden. Kan niks. Is afhankelijk van de mensen om hem heen. Hij wil dit niet.
Ons brein, dat voornamelijk gedachten produceert, is wat mij betreft met stip ziekmaker nr 1. Klakkeloos nemen we aan dat onze gedachten en gevoelens bepalen wie wij zijn: “Ik ben mijn gedachten. Ik ben mijn gevoelens.” Niets is minder waar. En je lijf? Jouw lijf werkt perfect. Het doet namelijk precies wat er door je bovenkamer verteld wordt. En jij neemt het (zonder te denken) direct aan voor waar…