“M’n kop kan me gek maken”, zegt Rob. “Zolang ik bezig ben of sport dan gaat het wel, maar zodra ik alleen ben en wanneer ik even niets te doen heb, dan gaat het maar door. In de avond of als ik in de nacht wakker wordt, dan krijg ik het niet meer rustig. Ademhalingsoefeningen, meditaties, niets lijkt dan meer te helpen…”
“Ik weet het, ik moet het loslaten…” Ze kijkt alsof ze dé oplossing heeft gevonden. Haar houding heeft iets strijdlustigs. Het klinkt overtuigend en vastberaden. Tegelijkertijd voelt het ook alsof ze voorbij gaat aan iets anders. “Wat is het waar je aan vast houdt…?”, vraag ik haar. Ze kijkt me verbaasd aan. “Als je iets heel graag wil loslaten, dan betekent het dat je op dit moment ergens aan vast houdt…, kan je zien of voelen wat het is?” Ik hou vast aan het bekende. Ik wil heel graag zekerheid. “Wat merk je als je dat zegt?” Dan krijg ik een beklemmend gevoel op mijn borst. Het grijpt me naar de keel. “Je mag de volgende zin herhalen: iets in mij vindt het heel spannend om het niet te weten…” Nadat ze de zin heeft uitgesproken vraag ik: “Wat merk je als je dat zegt?” Dan wordt het iets rustiger…