Voor die momenten dat je jachtig en gehaast bent. In de hoop daarmee tijd te winnen.
Voor die momenten dat je ongeduldig bent. In het verlangen de eerste te willen zijn of zo snel mogelijk iets wilt bereiken.
Bang om iets te missen of onopgemerkt te blijven en op te gaan in de massa….
Jesper is 45 jaar. Hij weet met z’n hoofd dat ie zichzelf meer op de eerste plek mag zetten, maar toch is hij geneigd te vaak over zijn eigen grenzen heen te gaan: “Iets in mij vindt dat ik het goed moet doen…”
De tranen staan in haar ogen. Ze wil antwoorden op mijn vraag waarvoor ze komt, maar ze kan het niet verwoorden. Alleen de gedachte al dat ze het uit moet spreken. De last op haar schouders, de pijn, zo heftig dat alleen haar tranen nog kunnen spreken. “We gaan het anders doen”, zeg ik. “Als je het goed vindt gaan we dit gesprek starten via jouw gevoel…”
“Ik wil contact blijven maken met dat vlammetje”, zegt ze met tranen in haar ogen. “Dat vlammetje is mijn houvast. Het is de verbinding met het leven om mij heen. Als ik dat vlammetje maar kan voelen, dan voel ik mij goed….”
Wanneer je een grens trekt ten opzichte van de ander. Dan is die grens niet gericht tégen de ander. Die grens is er vóór jou. Wat je eigenlijk zegt is: dit is mijn ruimte. Door een grens te trekken creëer je ook de mogelijkheid dat iemand die grens over kan gaan. Immers als er geen grens zou zijn, kan iemand deze ook niet passeren. Jouw lijf laat je voelen wanneer jouw grens overschreden wordt. Door bijvoorbeeld een benauwd en beklemmend gevoel.
“Ik word soms gek van die onrust. Ik begrijp het gewoon niet. Ik kan echt gefrustreerd raken door de kleinste dingen. Op de meest onbenullige momenten krijg ik dan hartkloppingen of druk op de borst. Word dan boos en onredelijk naar de mensen om me heen. Ik wil weten waar het vandaan komt. Wat ik moet doen…”
“Ik weet het, ik moet het loslaten…” Ze kijkt alsof ze dé oplossing heeft gevonden. Haar houding heeft iets strijdlustigs. Het klinkt overtuigend en vastberaden. Tegelijkertijd voelt het ook alsof ze voorbij gaat aan iets anders. “Wat is het waar je aan vast houdt…?”, vraag ik haar. Ze kijkt me verbaasd aan. “Als je iets heel graag wil loslaten, dan betekent het dat je op dit moment ergens aan vast houdt…, kan je zien of voelen wat het is?” Ik hou vast aan het bekende. Ik wil heel graag zekerheid. “Wat merk je als je dat zegt?” Dan krijg ik een beklemmend gevoel op mijn borst. Het grijpt me naar de keel. “Je mag de volgende zin herhalen: iets in mij vindt het heel spannend om het niet te weten…” Nadat ze de zin heeft uitgesproken vraag ik: “Wat merk je als je dat zegt?” Dan wordt het iets rustiger…
Hoelang blijf je nog deelnemen aan dit theater? Vraag ik. Ze is 27 jaar. Ze is al een paar jaar moe. Onlangs is uit onderzoek gebleken dat haar schildklier te traag werkt. Via haar huisarts heeft ze medicatie gekregen waardoor de schildklierfunctie in het bloed verbeterd is. Ze voelt zich echter nog niet heel veel beter. Bij doorvragen blijkt dat ze al 8 jaar in een baan zit waar ze wel heel goed in is, maar waar ze het absoluut niet naar haar zin heeft. Eigenlijk wil ze iets heel anders…