Niets van wat wij denken is waar. Ja, het is waar in de zin van dat het bestaat, maar dat wil niet zeggen dat het ook dé waarheid is. Er zijn meerdere waarheden. Je kan nu eenmaal vanuit verschillende perspectieven naar een gebeurtenis kijken. Jouw waarheid hoeft niet dezelfde te zijn als die van een ander.
Je wilt groeien. Nieuwe ervaringen opdoen, jezelf ontwikkelen en jouw kennis en inzichten doorgeven aan de wereld om je heen. Alles in het leven is gericht op groei. En daar waar het soms lijkt dat we elkaar aanvullen en verrijken, daar kan ongemerkt het tegenovergestelde plaatsvinden: we denken te werken aan groei en vrijheid, maar in werkelijkheid worden we steeds meer gevangen in onze eigen, aangeleerde, wereld.
Maar al te vaak zien we onze gedachten als dé waarheid of denken we dat we onze gedachten zijn. Meer dan 90% van wat je denkt is, als je kijkt naar feiten, niet waar. Dat komt doordat er twee soorten realiteit zijn. De eerste die is gebaseerd op aannames en concepten. Het zijn afspraken die we hebben gemaakt en die we vaak klakkeloos voor waar aannemen.
Mark; “Ik ben bang. Bang om ziek te worden. Bang om dood te gaan. Ik word bang van alle stickers, linten en schoonmaakmiddelen in de supermarkt. Ik mis mijn sociale contacten. Het maakt me angstig, somber en depressief…”
Irene; “Voor nu is het wel oké. Het is spannend, maar er gebeuren ook hele mooie dingen. Zoals de verbinding in ons gezin: tussen mijn kinderen en tussen mij en m’n partner. En straks… straks als alles weer vrijgegeven wordt, dan zal ik me wel weer op mijn werk storten...”
Angst en onzekerheid maken oude patronen en reflexen in ons wakker. Patronen die normaal gesproken wat dieper verborgen zijn, maar in de huidige omstandigheden heel duidelijk aan de oppervlakte komen. Patronen ook die je vaker ongemerkt toepast op die momenten dat het spannend, onzeker of ongemakkelijk wordt. De vraag is hoe je daar mee om kan en wilt gaan. Grofweg worden er op dit moment twee bewegingen zichtbaar.
“M’n kop kan me gek maken”, zegt Rob. “Zolang ik bezig ben of sport dan gaat het wel, maar zodra ik alleen ben en wanneer ik even niets te doen heb, dan gaat het maar door. In de avond of als ik in de nacht wakker wordt, dan krijg ik het niet meer rustig. Ademhalingsoefeningen, meditaties, niets lijkt dan meer te helpen…”
Martha is eind vijftig en slaapt niet meer. Al heel lang niet meer. Wanneer ik het uitvraag blijkt inderdaad dat ze op een goede nacht hooguit vier uur pakt, vaak nog veel minder en dan ook nog eens onderbroken. Ze heeft van alles al geprobeerd: diverse specialisten gezien, een veelvoud aan medicijnen voorgeschreven gekregen en van alle slaapattributen die ze thuis heeft staan kan ze inmiddels een eigen winkel beginnen. Uiteraard vraag ik naar slaaphygiëne als beweging, de plek waar ze slaapt en het gebruik van beeldschermen. Ze doet het volgens het boekje, op een manier waar ik nog een voorbeeld aan zou kunnen nemen en uit haar zak haalt ze een telefoon uit het tijdperk van de eerste Nokia. Ik bespeur bij mezelf een groot niet-weten en iets in mij dat heel graag een oplossing voor haar wil. Niet alleen voor haar, maar ook voor mezelf. Ik kies bewust voor de route van niet-weten.
Hoe zou het eruit zien? Vraag ik. Sander is eind veertig en zit met gesloten ogen voor mij. Hij vertelt hoe hij zichzelf over een erf ziet lopen. Een boerderij met meerdere appartementen, een grote kas, paarden, een werkplaats… En wat merk je wanneer je dit verlangen helemaal waar laat zijn? Hij schudt wat met z’n hoofd, haalt z’n schouders op en opent dan z’n ogen… Ik weet niet, dan ben ik het even kwijt. En als je dát kwijt bent, wat is er dan wel? Ja, dan is er onrust, een ongemakkelijk gevoel op mijn borst, in mijn buik, niet prettig…
“Iets in mij wil het heel graag weten…”
Een uitspraak die vaak voorbij komt. Een uitspraak ook waar je een grote prijs voor betaalt in je fysieke en mentale gezondheid.
Er is op zich niets mis met “willen weten”. Een zeer functioneel en logisch mechanisme en vanuit het hoofd gezien komt dat ook vanuit de allerbeste intentie. Immers: als je maar wéét waar je naartoe gaat, als je het begrijpt en snapt en wéét wat er gaat gebeuren, dan geeft dat een gevoel van rust. En misschien wel een gevoel van vertrouwen en daarmee een gevoel van veiligheid. Overigens een illusie van veiligheid, want je hebt geen idee wat er over 5 minuten gaat gebeuren… Het feit dat het hoofd daar vanuit de allerbeste intentie komt, wil echter niet zeggen dat het ook altijd het beste voor je hóeft te zijn. Een subtiel, maar waardevol verschil.
18 jaar is ze. Na haar eindexamen uiteindelijk gekozen voor een “tussenjaar”. Ze werkt en heeft het eigenlijk wel naar haar zin. Desondanks knaagt er iets in haar: “Ik moet toch iets van een studie gaan doen. Al weet ik niet zo goed wat…”. Op de vraag waarom antwoordt ze dat iedereen in haar omgeving studeert en precies weet wat ze willen in hun leven. Het geeft haar een onrustig en machteloos gevoel. Het maakt haar klein en zonder waarde… waardeloos.