Wanneer je een grens trekt ten opzichte van de ander. Dan is die grens niet gericht tégen de ander. Die grens is er vóór jou. Wat je eigenlijk zegt is: dit is mijn ruimte. Door een grens te trekken creëer je ook de mogelijkheid dat iemand die grens over kan gaan. Immers als er geen grens zou zijn, kan iemand deze ook niet passeren. Jouw lijf laat je voelen wanneer jouw grens overschreden wordt. Door bijvoorbeeld een benauwd en beklemmend gevoel.
Wat wil je later worden? Alsof je iets moet wórden om iets te zijn… Je bént al, vanaf het moment dat je geboren werd. Een overtuiging die er langzaam aan is ingeslopen: als je nu maar je best doet, dan kan je later iets zijn. “Gelukkig” bijvoorbeeld. Met andere woorden; het geluk is niet hier, maar daar. Ergens op een plek in de toekomst. Als je maar hard genoeg werkt en goed genoeg zoekt. Dan…
“Ik word soms gek van die onrust. Ik begrijp het gewoon niet. Ik kan echt gefrustreerd raken door de kleinste dingen. Op de meest onbenullige momenten krijg ik dan hartkloppingen of druk op de borst. Word dan boos en onredelijk naar de mensen om me heen. Ik wil weten waar het vandaan komt. Wat ik moet doen…”
Rijdend in de auto of lopend op het perron. Horden mensen met holle blikken in hun ogen. Rennend voor de trein of bus uit angst om deze boot zowel letterlijk als figuurlijk te missen. Want anders… Tsja, anders wat? Word je beoordeeld, of misschien wel ver-oordeeld. Eindeloos op zoek naar erkenning of waardering. Op zoek naar vrijheid. Te mogen zijn wie we ten diepste zijn.
“Ik weet het, ik moet het loslaten…” Ze kijkt alsof ze dé oplossing heeft gevonden. Haar houding heeft iets strijdlustigs. Het klinkt overtuigend en vastberaden. Tegelijkertijd voelt het ook alsof ze voorbij gaat aan iets anders. “Wat is het waar je aan vast houdt…?”, vraag ik haar. Ze kijkt me verbaasd aan. “Als je iets heel graag wil loslaten, dan betekent het dat je op dit moment ergens aan vast houdt…, kan je zien of voelen wat het is?” Ik hou vast aan het bekende. Ik wil heel graag zekerheid. “Wat merk je als je dat zegt?” Dan krijg ik een beklemmend gevoel op mijn borst. Het grijpt me naar de keel. “Je mag de volgende zin herhalen: iets in mij vindt het heel spannend om het niet te weten…” Nadat ze de zin heeft uitgesproken vraag ik: “Wat merk je als je dat zegt?” Dan wordt het iets rustiger…
Waarom lukt het me dan niet? Mijn verlangen naar een gezond gewicht, naar een fijne relatie met eten. Het is zo groot. Ik wil het zo enorm graag. En waarom val ik dan toch steeds weer terug? Waarom ga ik dan toch weer, steeds opnieuw, voor de bijl? Stop ik het toch weer in mijn mond en verdwijnt het toch weer over mijn lippen in dit lijf.
De waarom-vraag gaat je hier niet helpen. De waarom-vraag zal je niet de oplossing brengen. De waarom-vraag brengt je regelrecht naar je hoofd. Je hoofd, die heel graag wil weten waar het aan toe is. Hoe het in elkaar zit. Die wil het heel graag snappen. Want als je het wéét, dan kan je er immers ook iets aan doen. Kennis is macht. Weten geeft controle. Althans… dat denk je.
Hij is 48 jaar. Een grote vent met een charismatische uitstraling. Hij komt bij me in verband met oorsuizen. Ook wel “tinnitus” genoemd. Een hardnekkige klacht waar de reguliere geneeskunde nog geen structurele oplossing voor heeft. Na tevergeefs bij diverse specialisten langs te zijn geweest, is hij nu benieuwd naar een andere visie en aanpak. Ik vraag hem; “Dus stel dat je lijf in deze situatie daadwerkelijk slimmer is dan je hoofd, wat zou je lichaam je hier dan eigenlijk willen vertellen?”
We hebben afgeleerd om ons verlangen te volgen. Of te mogen volgen. Want stel je eens voor wat er niet allemaal zou kunnen gebeuren als je het anders gaat doen… Oef, dan raak je al je zekerheden kwijt …
Ze is midden veertig en zit recht tegenover mij. Ze is gespannen, slaapt slecht, heeft een vol hoofd met een niet te stoppen stroom aan gedachten en wordt met regelmaat overmand door gevoelens van verdriet en paniek. Met vragende ogen kijkt ze me aan: “Mag ik hier dan echt voor mezelf kiezen?” Scheiden. Daar waar verbindingen worden doorsneden gaat dat hoe dan ook gepaard met pijn en verdriet. En dat mag ook. Het komt nog wel eens voor dat de omgeving denkt dat degene die de beslissing neemt om te scheiden, regelrecht het grote geluk in loopt. Niets is minder waar. Het is niet voor de één meer of minder pijnlijk dan voor de ander. Hooguit anders.
Achttien paar ogen staren me aan. Complementaire therapeuten uit verschillende vakgebieden. Ik mag deze groep meenemen in hoe ik werk en hoe ik gekomen ben tot de mooie samenwerkingen die tot een eenheid hebben geleid tussen regulier en complementair; holistische zorg in de breedste zin van het woord.