Hoelang blijf je nog deelnemen aan dit theater? Vraag ik. Ze is 27 jaar. Ze is al een paar jaar moe. Onlangs is uit onderzoek gebleken dat haar schildklier te traag werkt. Via haar huisarts heeft ze medicatie gekregen waardoor de schildklierfunctie in het bloed verbeterd is. Ze voelt zich echter nog niet heel veel beter. Bij doorvragen blijkt dat ze al 8 jaar in een baan zit waar ze wel heel goed in is, maar waar ze het absoluut niet naar haar zin heeft. Eigenlijk wil ze iets heel anders…
Waarom lukt het me dan niet? Mijn verlangen naar een gezond gewicht, naar een fijne relatie met eten. Het is zo groot. Ik wil het zo enorm graag. En waarom val ik dan toch steeds weer terug? Waarom ga ik dan toch weer, steeds opnieuw, voor de bijl? Stop ik het toch weer in mijn mond en verdwijnt het toch weer over mijn lippen in dit lijf.
De waarom-vraag gaat je hier niet helpen. De waarom-vraag zal je niet de oplossing brengen. De waarom-vraag brengt je regelrecht naar je hoofd. Je hoofd, die heel graag wil weten waar het aan toe is. Hoe het in elkaar zit. Die wil het heel graag snappen. Want als je het wéét, dan kan je er immers ook iets aan doen. Kennis is macht. Weten geeft controle. Althans… dat denk je.
Hij is 48 jaar. Een grote vent met een charismatische uitstraling. Hij komt bij me in verband met oorsuizen. Ook wel “tinnitus” genoemd. Een hardnekkige klacht waar de reguliere geneeskunde nog geen structurele oplossing voor heeft. Na tevergeefs bij diverse specialisten langs te zijn geweest, is hij nu benieuwd naar een andere visie en aanpak. Ik vraag hem; “Dus stel dat je lijf in deze situatie daadwerkelijk slimmer is dan je hoofd, wat zou je lichaam je hier dan eigenlijk willen vertellen?”
We hebben afgeleerd om ons verlangen te volgen. Of te mogen volgen. Want stel je eens voor wat er niet allemaal zou kunnen gebeuren als je het anders gaat doen… Oef, dan raak je al je zekerheden kwijt …
Ze is midden veertig en zit recht tegenover mij. Ze is gespannen, slaapt slecht, heeft een vol hoofd met een niet te stoppen stroom aan gedachten en wordt met regelmaat overmand door gevoelens van verdriet en paniek. Met vragende ogen kijkt ze me aan: “Mag ik hier dan echt voor mezelf kiezen?” Scheiden. Daar waar verbindingen worden doorsneden gaat dat hoe dan ook gepaard met pijn en verdriet. En dat mag ook. Het komt nog wel eens voor dat de omgeving denkt dat degene die de beslissing neemt om te scheiden, regelrecht het grote geluk in loopt. Niets is minder waar. Het is niet voor de één meer of minder pijnlijk dan voor de ander. Hooguit anders.
Achttien paar ogen staren me aan. Complementaire therapeuten uit verschillende vakgebieden. Ik mag deze groep meenemen in hoe ik werk en hoe ik gekomen ben tot de mooie samenwerkingen die tot een eenheid hebben geleid tussen regulier en complementair; holistische zorg in de breedste zin van het woord.
Met het recept in de hand vervolg je je weg. Niet beseffende dat zowel de dokter als jij zojuist een afslag hebben gemist. Dat het diezelfde weg is die mede de oorzaak is van de klacht waarvoor je gekomen bent.
Ze haalt nog één keer diep adem en stapt dan het kantoor binnen. Ze heeft jaren lang met plezier bij dit bedrijf gewerkt. Iedere ochtend keek ze de dag stralend tegemoet. Maar nu… Soms wordt ze zwetend wakker en bij het openen van haar ogen kijkt ze tegen een enorme berg aan. Haar ademhaling voelt alsof ze al halverwege is, maar de realiteit is dat ze de eerste stap nog moet zetten. Bij de eerste vragen van collega’s wordt de denkbeeldige band om haar keel verder aangetrokken. Ze wil heel hard schreeuwen. Ga weg! Laat me met rust! Maar er komt geen geluid uit. Iets in haar zegt; “Kom op, rustig blijven. Je kan dit. Let op je ademhaling… Dit gevoel zal weer verdwijnen. Hou vol, het komt goed”. En inderdaad, het gevoel verdwijnt… Maar zal in de daarop volgende maanden steeds vaker terugkeren. Totdat haar uiteindelijk alle adem ontnomen is en het vuur in haar voor langere tijd gedoofd wordt.
Een jonge vrouw van 26 jaar, vraagt aan mij: “Hoe kan ik me in een situatie niet minderwaardig vinden ten opzichte van iemand anders? Ik heb daar last van. Ik wil een ander geen pijn of verdriet doen, dus dan wil ik ook niet altijd in mijn eigen kracht gaan staan en dus zeggen ‘nee’, of ‘dit wil ik niet’, of ‘ik zie dat anders’ “.
Wat is het risico wanneer je dat gaat doen? Vraag ik
“Ja, dat ik afgewezen wordt of dat de mensen niet meer met me om willen gaan. Mij niet meer aardig vinden. En dat vind ik onprettig, dus ga ik me aanpassen”.
“Ik ben zo alleen, dokter. Het gaat echt niet goed met mij”. Een marokkaanse man van eind 50. Hij heeft hoge bloeddruk, is somber, vermoeid en eet slecht. Ruim twee jaar geleden gescheiden en heeft moeite om zijn leven weer op te pakken. “Ben je alleen?”, vraag ik. Vol overtuiging zegt hij “Ja, ik ben heel alleen”. Dan vraag ik nog een keer: “Ben je écht alleen?” …